Congo Jungle

Natuurlijke habitat

Ontwerpprincipes

Voor het ontwerp van het verblijf  hebben we een zestal ontwerpprincipes gehanteerd:

1. Natuurlijke habitat voor de dieren
Het bieden van een natuurlijke habitat voor de dieren waarin ze kunnen leven, spelen en ontspannen. Het welzijn van de dieren zal van het hoogste niveau zijn. Dieren worden door hun omgeving uitgedaagd om te ontdekken en te leren. 

2. Meeslepende route voor de bezoekers
Het creëren van een Centraal-Afrikaanse regenwoudervaring met rivieren en spannende en verrassende ontmoetingen met de flora en fauna van dit gebied waarbij zoveel mogelijk de zintuigen worden geprikkeld. 

3. Het dynamische landschap
Een interessante en dynamische omgeving met hoogteverschillen voor de dieren en de bezoekers. Variatie in de aankleding van het landschap, zoals dichte beplanting, open beplanting, geen beplanting, hoge bomen, lage bomen, watervallen, kabbelbeekjes, rotsen, stranden etc. Lange zichtlijnen voor de bezoekers vanaf de verschillende uitzichtpunten. 

4. Verticale verkenning van de Congo Jungle
De grote hoogteverschillen die ontstaan in het landschap en de vegetatie worden door de bezoekers van onder naar boven verkend: De bezoekers beginnen met een duik in het water van de bai. Via een ondergrondse tunnel door de wortels van de bomen komen ze in het midden van de kas terecht. Daar kunnen ze beginnen met het beklimmen van de spiraalvormige helling rond een groene ruimte met de gigantische Moabi-boom in het hart van het gebouw. 

5. De onzichtbare kas 
Een 'onzichtbare' kas die verdwijnt in het landschap door gebruik te maken van de volgende strategieën: minimale afmetingen, maximale transparantie, het planten van bomen en groen tussen de blik van de bezoeker en het gebouw. 

6. Slimme logistiek en goede werkomgeving voor de medewerkers van de dierentuin 
De routing voor de medewerkers, dierenverzorgers en servicepersoneel is voor een groot deel gescheiden van de routing van de bezoekers. De kas en de ondergrondse ruimtes zijn te bereiken via twee tunnels, één in het noorden en één in het zuiden. Rondom de kas bevindt zich onder de grond een soort dubbele rotonde met een gang voor dieren en apart een gang voor personeel. De serviceruimtes, de gebouwen achter de schermen en de accommodaties voor de dieren worden uit het zicht van bezoekers gehouden. Zorgvuldig geplaatste daglichtkoepels zorgen voor natuurlijk daglicht tot diep in de verschillende ondergronde ruimtes. 
 

​