HyperTower
HyperTower in natuurgebied
Voor een fraaie landschappelijke locatie op de grens van water en bos heeft Arc2 architectuur een bijzondere uitkijktoren ontworpen, de HyperTower. De toren dankt zijn naam aan de wiskundige vorm die de basis is van de geometrie. Deze vorm resulteert in een karakteristiek silhouet met een brede voet, een slanke taille halverwege en een breed uitkijkplatform op een hoogte van 20 meter. De bezoeker bereikt het uitkijkplatform door het beklimmen van een stalen wenteltrap en wordt beloond voor zijn inspanning met een panoramische uitzicht op het natuurgebied. De toren wordt bekroond met een koepelvormig dak afgewerkt met houten shingles.
Biobased constuctiemateriaal: fsc schorspalen
De hoofddraagconstructie is gemaakt met fsc schorspalen, ook veel als heipalen toegepast. Deze zijn te krijgen in lengtes tot wel 22 meter. Het grootste deel van het heipaal aanbod komt van naaldhout dat in Europa wordt geoogst. Als de bomen gekapt worden, varieert de leeftijd van deze bomen van 25 tot 80 jaar. Nederland, de Ardennen, het Sauerland en de Eifel zijn de locaties van de sparrenbossen die de grondstof leveren voor de productie van de houten heipaal. In de toren worden twee schorspalen van 11 meter gekoppeld om samen een constructieve rechte te vormen van 22 meter. Dit zorgt voor een verdichting van het oppervlak halverwege de toren.
Geometrie: eenbladige hyperboloïde
De geometrtie van de HyperTower heeft een wiskundige vorm: de eenbladige hyperboloïde. Deze vorm ontstaat als volgt. Eerst verbind je twee cirkels met elkaar met rechte lijnen, als je vervolgens de cirkels ten opzichte van elkaar verdraait, ontstaat er een symmetrische, getailleerde vorm die is opgebouwd uit rechte lijnen: de hyperboloïde. Door elk punt van de cirkels waartussen een rechte lijn loopt, zou ook een rechte lijn precies de andere kant op kunnen lopen, zonder dat de vorm van de hyperboloïde verandert. \anders gezegd lopen er door het oppervlak van een hyperboloïde twee snijdende rechten. De hyperboloïde kan op verschillende manieren door een vlak worden doorsneden. Afhankelijk daarvan delen zij het oppervlak op in hyperbolen, een parabool, ellipsen of cirkels. (Teylersmuseum, 2018).